Als ik aan een concert denk, zie ik mezelf daar. Voor mij is het concert de plaats waar de artiest tot leven komt. Het is de plaats waar het scherpste kristal zich laat zien. Daarom is het podium zo belangrijk voor mijn werk. Het bijzondere van een concert is dat de artiest zo dicht bij je is, zo dichtbij dat je hem bijna kunt aanraken. De bijzondere uitdaging is hier de ritmische presentatie van de muziek. Hier begrijp je dat er iets met ritmische presentatie is dat de kern van muziek vormt… en je hebt de kans om dat uit te buiten. De showy jonge zangeres is op haar best net voor de ritmisch uitdagende en inspirerende climax. Dankzij het
ritme is er altijd wel iets om van te genieten en een andere mogelijkheid om je mee te vereenzelvigen. Daarmee, maar niet zonder foto’s, verandert het publiek zelf en de performer. Alles heeft een ritme. Dit is je tweede muziek, en die heeft een ritme dat anders is dan alle andere. Voeg daaraan toe dat het concert spannend moet zijn en je hebt een kans om er het beste van te maken. Het zien van deze voortdurende creatieve opening van de muziek en de mogelijkheid van de fotograaf om zich ermee bezig te houden; het is een recept voor geweldige resultaten. Avant-garde concertfotografie betekent het vastleggen van een waarheidsgetrouw beeld, het podium waardig, van de meest abstracte emotie van de sterren in een dansende vermenging van jeugdig en romantisch. Pier Doménech was een groot fotograaf, een perfectionist en een compromisloze kunstenaar. Hij deed de nodige moeite om de meest authentieke scenografische foto’s te maken, die nooit de gestandaardiseerde en parlementaire erkenning hebben gekregen die Lindbergh kreeg. De man is een zeer groot fotograaf. Ik moet zeggen dat Pictoriallex zijn hoofdactiviteit was. En alles wat de productie van foto’s betreft is… wel, u moet het hier maar van nemen. De man was een
perfectionist, en hij voerde zijn werk uit. Het is in die zin dat het kennen van beeldmanipulatie ook een eerbetoon is aan zijn werk. Als je alleen een filmcamera zou bezitten, zou je geen andere keus hebben dan precies hetzelfde te doen, dus niets is verboden, echt niet. Je kunt niet spreken van extreme zeven graden van cliché met betrekking tot de techniek. De mogelijke genres kunnen het verschil maken over de esthetische kwaliteit van de foto’s. Ik heb het over grote composities in de doorlopende compositiemodus en de miniaturen, de landschapswerken, de landschapsfoto’s, de close-up fotografie, waarvan de beheersing veel groter is dan op andere manieren. Koninkrijksclubfoto’s verschijnen vaak. Zo’n foto zou je wel willen maken. Het is natuurlijk mogelijk dit weer te geven, maar ook hier wil ik erkennen dat de manier van benaderen van het onderwerp bepalend is. Ik ben het helemaal eens met de beschrijving van de wetgever: als het onderwerp dicht bij je is, kun je niet denken. Je moet bepaalde gedachten, mentale gedachten-beelden, je moet ze aan het werk zetten om iets onvergetelijks te creëren. Een efficiënte fotograaf is waarschijnlijk een jongen van zijn tijd, en hij moet dus in staat zijn om niet na te denken over het
nderwerp – je geeft hem het idee, en je geeft hem de gelegenheid om uit te voeren en te volgen wat je is gegeven. Ik stel ook voor geen close-up door close-up te gebruiken, want de laatste keer dat ik een close-up door close-up gebruikte, maakte ik geen indruk op mezelf. In een film zie je dat close-ups door close-ups vaak worden gebruikt als een excuus, een methode van propa-ganda, om een dateerbaar effect te bereiken. Er is een theater hier, een ander theater daar; je gaat erheen en je krijgt een voorstelling, misschien, of een voorstelling. Het kan een goede cinematografie hebben, betere muziek, of een mix van elementen, of iets anders. Wel, wat belangrijk is, is dat het er is, het klinkt goed – willekeurig goed. Het kan me niet schelen wat het is, ook al is het maar een overblijfsel van hoogtijdagen. ♫ Er zit iets natuurlijks in de ritmische presentatie van de muziek, iets wat de hakker bereikt in een wervelende duizeling van zijn momentum. Een mooi instrument is een zeer vaak terugkerend element in foto’s. De technische perfectie van het schilderen vereist het. Je moet de materialen en kleuren gebruiken alsof het de beste zijn. Als je in de foto de nadruk wilt leggen op een aspect dat normaal door anderen aan het oog wordt onttrokken, bijvoorbeeld een hoofd met een sjaal erover, of een bloem in bloei, of een bel die aan een deurpost hangt – ik bedoel, wat het ook is – moet je heel discreet zijn, en je moet ervoor zorgen dat je het precies in de juiste hoek kadreert. De scherpte van de compositie rechtvaardigt het nog steeds. Met wat kosten kun je zelfs hele evoluties of re-creaties plaatsen, die hele fotografisch uitgelichte plekken op een muur innemen.